Houd u aan de regels en voorkom een WA claim

30 maart 2021

Fietser botst tegen verkeersbord op trottoir. Wie draait op voor de schade?

Uit onze ervaring blijkt dat veel gemeenten en overheden zich niet of onvoldoende realiseren in welk soort situaties ze aansprakelijk gesteld kunnen worden door weggebruikers. De uitspraak van de rechtbank in een recente case maakt dit weer eens duidelijk: een fietser rijdt tegen een te laag hangend verkeersbord.

Niet conform de norm

Gemeenten en overheden hebben de verantwoordelijke taak om te zorgen voor een veilige buitenruimte waarin burgers zich onbezorgd kunnen begeven. In de praktijk kan het misgaan als het aankomt op een veilige weginrichting waarbij de kans op schade gering is. Zo geldt bijvoorbeeld voor rijbanen binnen de bebouwde kom de norm dat deze volledig obstakelvrij zijn en een vrije doorrijhoogte van minimaal 4,50 meter hebben. Voor fiets- en voetpaden geldt een voorgeschreven hoogte van minimaal 2,20 meter. En ook deze moeten obstakelvrij zijn. Als van de vastgestelde normen wordt afgeweken, is de kans aanwezig dat een gemeente of provincie met succes aansprakelijk kan worden gesteld voor eventueel geleden schade door een weggebruiker.

Noodzakelijke uitwijkmanoeuvre

Dit was ook het geval in de case waarbij een fietser tegen een te laag geplaatst verkeersbord op een trottoir botste als gevolg van een door hem uitgevoerde noodmanoeuvre. De fietser stelde vervolgens de gemeente aansprakelijk voor de schade die hij als gevolg van de botsing geleden heeft. In deze case besloot de gemeente het relativiteitsvereiste als verweer in te brengen omdat volgens de gemeente het verkeersbord dat op de paal op het trottoir is gemonteerd, bedoeld was voor voetgangers en niet voor fietsers. Dit houdt -kort gezegd- in dat de regelgeving waar iemand een beroep op doet ook voor hem/haar als schadelijdende partij ook toepasbaar en geschreven moet zijn.

De gemeente spreekt van een uitzonderlijke gebeurtenis. Normaal gesproken hoort een fietser zich ter plekke niet op het voetpad te begeven. Als de fietser geen uitwijkmanoeuvre had uitgehaald, had het incident niet kunnen gebeuren. Dat het verkeersbord niet volgens de gestelde norm, namelijk op een hoogte van minimaal 2,20 meter hangt, is volgens de gemeente niet relevant. Er is in dit geval geen sprake van een voetganger die schade heeft geleden, maar van een fietser die zich niet op het fietspad behoort te begeven. De gemeente is daarom niet aansprakelijk. Klopt deze redenering?

Uitspraak rechtbank

De rechtbank oordeelt dat als een (brom)fietser zich niet op het trottoir hoeft te begeven, maar noodgedwongen moet uitwijken, hij erop moeten kunnen vertrouwen dat een verkeersbord op een paal op het trottoir volgens de vastgestelde normen is bevestigd. Dit geldt dus niet uitsluitend voor voetgangers, voor wie het verkeersbord is bedoeld, maar ook voor (brom)fietsers. Hangt het verkeersbord lager dan 2,20 meter, dan is de gemeente ook aansprakelijk voor schade die door een (brom)fietser geleden wordt.

Onze juridisch experts zijn van mening dat de rechter een juiste uitspraak heeft gedaan. De verkeersinrichting behoort in principe veilig te zijn voor alle weggebruikers. Verkeert een weggebruiker plots in een noodsituatie, dan moet deze veilig gebruik kunnen maken van andere weggedeelten. Alle weggedeelten behoren te voldoen aan de vastgestelde normen. Deze normen zijn er niet voor niets.

Lees hier de uitspraak van de rechtbank in de case ‘fietser botst tegen laag hangend bord op trottoir’.

Ons advies: blijf alert en respecteer de vastgestelde normen

Zorg ervoor dat de weginrichting altijd voldoet aan de wettelijk vastgestelde normen, ook tijdelijke bebording. Is dit niet het geval, dan is de kans aanwezig dat u aansprakelijk wordt gesteld voor schade die een weggebruiker lijdt. Dat kan ook zo zijn wanneer het een andere weggebruiker betreft dan de weggebruiker waarvoor de weg in principe is bedoeld.

Voorbeeld 1:

Een automobilist rijdt met zijn auto over een fietspad en raakt een verkeersbord dat op 2,30 meter hoogte hangt aan een paal. Is de gemeente aansprakelijk voor de schade?

Antwoord: Nee. Voor fietspaden geldt een minimale hoogte van 2,20 meter. Het verkeersbord hangt op juiste hoogte. De gemeente heeft het fietspad conform de geldende norm ingericht en is daarmee niet aansprakelijk voor schade die de automobilist lijdt als gevolg van de botsing tegen het verkeersbord. De gemeente kan zelfs de schade aan het verkeersbord verhalen op de automobilist.

Voorbeeld 2:

Een automobilist moet door een noodsituatie uitwijken over een fietspad en botst tegen een verkeersbord dat op 1,50 meter hoogte hangt aan een paal. Kan de gemeente aansprakelijk worden gesteld voor de schade?

Antwoord: Ja. Voor fietspaden geldt een minimale hoogte van 2,20 meter. Het verkeersbord hangt te laag. De automobilist kan ervoor pleiten dat niet alleen (brom)fietsers, maar ook hij (in een noodsituatie) erop mag vertrouwen dat het fietspad conform de geldende norm is ingericht.

Meer weten over wettelijke aansprakelijkheid?

Neem contact op met Jacquelien Kok, Commercieel Manager. U kunt haar bereiken via 06 52527657 en per mail jkok@nodr.nl .